1. Verwijder de motorkap en lokaliseer de 4 injectoren.

2. Verwijder de 4 pluggen en sluit deze aan op de box.

3. Sluit de box aan op de + en de – van de batterij.

4. Zet de box vast in de motorruimte.

1. Verwijder de motorkap en lokaliseer een stekker.

2. Knijp en verwijder deze stekker.

3. Maak de koppeling met de pluggen van de box.

4. Plaats de box in de motorruimte.

1. Verwijder de motorkap en okaliseer een stekker.

2. Schuif de schuifregelaar en verwijder de stekker.

3. Maak de koppeling met de pluggen van de box.

4. Zet de box vast en herplaats de motorkap.

1. Verwijder de motorkap en lokaliseer een ronde stekker.

2. Trek de ratel en draai de stekker om deze te verwijderen.

3. Maak de koppeling met de pluggen van de box.

4. Koppelen aan de batterij en de powerbox vast zetten.

1. Lokaliseer 2 toegankelijke stekkers op de motor.

2. Verwijder de eerste en sluit de box erop aan in serie.

3. Herhaal deze aansluiting met de tweede stekker.

4. Plaats de box in de motorruimte.